IJZIGE POPPEN
1.Zakelijke gegevens.
A: Titel van het boek: Ijzige poppen.
B:Naam auteur/regisseur: Theo Hoogstraaten.
C: Naam van de uitgever/producent en het jaar van verschijnen en het aantal bladzijden.
-Naam uitgever producent: Malmberg en VAN In.
-Het jaar van verschijnen: 2004
-Aantal bladzijden: 151 bladzijden.
2.Samenvatting van het boek.
Het verhaal begint met dat twee vriendinnen met z’n tweeën naar de stad gaan. Anne en Gea. Ze liepen een winkel binnen met de bedoeling om de nieuwe cd van Clouseau te stelen. In de winkel durfden ze beiden niet zoveel. Naar wat kijken en onopvallend een beetje aan de cd snuffelen kwamen ze plotseling de broer van Anne tegen. Gea had wel een beetje een oogje op Louis. Ze vroegen of hij wel eens wat gestolen had. Om een beetje stoer te doen voor Louis deed Gea het boek onder haar jas en liepen ze de winkel uit. Toen ze de winkel uit liepen liep Gea tegen een vrouw aan met een klein meisje. De cd viel uit haar jas en ze renden weg. Ze renden net zolang tot ze uit de buurt waren van de winkel. Toen Gea thuis kwam ging haar broer haar een beetje jennen dat haar plannetje mislukt was. Toen ze een paar dagen later tv keken zagen ze een opsporingsbericht van een meisje van een jaar of vijf dat vermist was.
Anne schrok enorm. Ze dacht dat is dat meisje van de moeder waar Gea tegen aanliep in de winkel. Ze vond dat ze dit aan Louis moest vertellen. Maar Louis vond het eerst allemaal nog maar een beetje onzin. Toen ze het aan Gea vertelde zei het haar ook helemaal niets. Ondertussen waren Louis en Gea een beetje verliefd geworden en zouden ze met Anne mee naar de film gaan.
Gea was altijd een beetje meer opgemaakt dan Anne en leek daardoor veel ouder. Louis en Gea kregen ondertussen iets met elkaar en ze waren Anne een beetje aan het plagen en Anne had er zo genoeg van dat ze niet meer meeging naar de film. Toen besloten ze dat Louis en Gea toch maar alleen gingen. Wat ze ook niet zo heel erg vonden. Toen de film was afgelopen stopte Louis toen ze naar buiten liepen. Hij zag de vrouw waar Gea tegen aan was gelopen bij de C&A. Ze besluiten haar te volgen en liepen achter haar aan de C&A binnen. De vrouw was bij de kinderafdeling aan het kijken naar kinderkleding. Heel onopvallend gingen Louis en Gea ook opzoek bij de kinderafdeling. Maar de vrouw kreeg het in de gaten en liep zo snel mogelijk weg uit de winkel. Nu ineens herkende Gea er al iets meer van. Ze dacht van ze zei al iets raars tegen haar dochter wat niet normaal was. De vrouw ging een winkel in van Kinderland.
Ze besluiten de politie te tippen. Maar de politie deed hier niet zoveel mee. Ze besluiten om zelf maar verder te gaan met hun spannende onderzoek.
Toen ze de volgende dag weer op het nieuws keken was er een klein jongetje uit de zelfde omgeving vermist. Het jongetje was gaan fietsen en nooit meer thuis gekomen. Toen een schipper door het kanaal vaarde en iets verdachts zag, dacht hij dat hij een lijk zag. De schipper belde de politie en de politie vond een dode man, een herenfiets en een kinderfietsje in het kanaal. Toen de vrouw ’snachts dat fietsje in het kanaal had gedumpt kwam er een dronken man aan. En om zeker te weten dat ze niet werd verraden heeft ze de man een spuit gegeven en hem met zijn fiets ook in het kanaal gegooid. Op deze manier wou ze de politie op het verkeerde been zetten.
Ouders werden maar banger en banger ze beloonden nu een beloning uit van 75.000 euro voor wie de dader zal vinden.
Louis zat de hele tijd te twijfelen of hij nu wel naar de politie zou gaan of niet. Hij besluit eerst om naar de speelgoedwinkel Kinderland te gaan.
De volgende dag gaan Gea, Anne en Louis naar de speelgoedwinkel. Toen ze naar de winkel gingen kwam het meisje dat achter de toonbank stond Gea heel bekend voor. Het was een oud schoolvriendinnetje van haar. Na wat vragen en belangstelling tonen kwamen ze veel meer te weten over de eigenaresse van Kinderland. Ze heette mevrouw van Dijk en was weduwe en had geen kinderen. Birgit vertelde hoe gek Mevrouw van Dijk wel niet was op kinderen en dat ze zo lief met haar nichtje deed. Marijke heette ze en ze woonde twee straten verder in de Brandaris. Gea, Anne en Louis vonden het nogal vreemd dat ze geen kinderen had want ze liep met dat meisje aan de hand door de winkel. Gea en Louis besluiten de volgende dag naar de Brandaris te gaan. Na uren wachten bij de lift en elkaar al een paar keer flink gezoend te hebben komt er iemand uit de lift. Maar dat was een oude man. Na nog een paar uur gewacht kwam er een vrouw met een klein meisje aan. Gea herkende er iets aan en ze besloten om naar de politie te gaan. Maar de politie kwam de lift al uit. De politieman zei dat ze moesten stoppen met zich te bemoeien hun werk.
Vanaf nu hield de politie Mevrouw van dijk en haar zuster dag en nacht in de gaten. De politie ging in een boot langs het kanaal de winkel in de gaten houden. Mevrouw van dijk ging op vakantie met haar zus en haar nichtje.
Birgit nam de winkel een weekend over. Ze had Gea belooft te bellen om een dagje in de winkel mee te draaien. De volgende dag gaan Birgit en Gea naar de winkel. Ze doen de boel open en er hangt een hele muffe geur binnen. Er lag allemaal vies water onder het poppenhuis en het stonk heel erg. Na wat onderzoek kwamen ze een deur tegen. Ze maakten heel voorzichtig de deur open en schrokken heel erg. Er lagen 2 lijkjes die waren ingevroren. Ze renden de winkel uit en belden zo snel mogelijk de politie. De zaak werd onderzocht en de winkel was eerder een slagerij geweest. Vandaar de grote koelruimte. Door de stroomuitval was de vriezer ontdooit. Gea heeft nog even in het ziekenhuis gelegen omdat ze erg geschrokken was van wat ze had gemaakt. Maar Anne, Gea en Louis werden diezelfde middag nog opgehaald voor een persconferentie en ze kregen de beloning van 75.000 euro ook.
3.Over de auteur.
De auteur heet Theo Hoogstraaten en is geboren in Mijdrecht op 9 Juli 1948. Na de middelbare school is hij naar de Pedagogische academie gegaan. Hierna heeft hij een tijd voor de klas gestaan op een basisschool. Daarna studeerde hij Nederlands en Geschiedenis. Nu geeft hij les op een middelbare school.Waarom hij is gaan schrijven heeft vooral te maken dat hij als leraar nooit vond dat er spannende en vlotte jeugdboeken verschenen. Daarom heeft hij zelf maar is geprobeerd om er eentje te schrijven. Omdat Theo Hoogstraaten schrijven meer als hobby ziet schrijft hij vooral in de vakanties . Hij heeft ook al schoolboeken voor geschiedenis en staatsinrichting geschreven.
4. Over het boek.
A: Welke illustratie staat er op de voorkant van het boek? Leg duidelijk uit wat deze illustratie met het boek te maken heeft: Op de voorkant van het boek zie je een duidelijk oudere en grote mevrouw met een rok aan met een klein jongetje/meisje aan de hand lopen. Dit is natuurlijk mevrouw van Dijk die een jongetje/meisje aan het meenemen is.
B: Is het boek aan iemand opgedragen? Probeer erachter te komen wie het zijn en wat ze met de schrijver te maken hebben: Het boek is aan niemand opgedragen.
C: Beschrijf de plaatsen die voorkomen in het boek. Verklaar waarom de schrijver hiervoor gekozen heeft en wat ze met het verhaal te maken hebben:
-In de stad: Hier speelt het verhaal zich in de winkels af. Zoals in de C&A en Kinderland.
-Bij Gea en Louis thuis. Hier wonen Gea en Louis dus zijn ze er veel.
D: Vanuit welk perspectief is het verhaal geschreven:
Dit boek is uit een hij/zei perspectief geschreven.
E: Heeft het verhaal een open of gesloten einde:
Het verhaal heeft een gesloten einde. Er word gewoon duidelijk gemaakt wie alle kinderen heeft ontvoerd en waar ze zijn gebleven. Er blijven geen vragen meer bij je.
5 Leeservaring.
Onderwerp
- Spreekt het onderwerp van het verhaal je aan of niet? Hoe komt dat?:
Het onderwerp van het verhaal trok mij wel aan. Ik was wel benieuw wat ijzige poppen betekende.
-Ben je door het verhaal aan het denken gezet?:
Ja je gaat nadenken dat het zo later ook kan gaan met je eigen kinderen. Je gaat erg mee in het verhaal.
-Is uitgekomen wat je van tevoren van het verhaal verwachtte?:
Nee totaal niet. Ik wist van tevoren niet wat ik er van moest denken. Het is dus heel anders geworden.
-Ben je door het lezen of bekijken van het verhaal anders over het onderwerp gaan denken?:
Ja, Het heeft me echt aan het denken gezet. Het zal je maar gebeuren.
-Wordt het onderwerp goed en grondig uitgewerkt of blijft het oppervlakkig?:
Het onderwerp word goed uitgewerkt. Je krijgt er alles over te weten.
-Is het onderwerp verassend uitgewerkt of behoorlijk voorspelbaar?:
Het is verassend uitgewerkt. Als je nadenkt over de titel ga je echt niet denken dat er (ijzig) voor de vrieskelder staat en dat (poppen) voor de kindjes staat.
-Heb je wel eens een ander verhaal over dit onderwerp gelezen of bekeken?:
Nee. Ik heb nog geen ander boek over dit onderwerp gelezen.
Gebeurtenissen.
-Bevat het verhaal genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien?:
Ja dat bevat het zeker. Er gebeurt eigenlijk van alles. Er worden kindjes vermist, Gea en Louis worden op elkaar verliefd en er is een stroomuitval.
-Zit er genoeg tempo in het verhaal of valt het af en toe stil?:
Er zit genoeg tempo in het verhaal. Het loop aan een stuk door en je hebt weinig langdradige stukken.
-Zijn de gebeurtenissen geloofwaardig en waarnschijnlijk?:
De gebeurtenissen die zich afspelen in het verhaal zijn zeer geloofwaardig. Ze kunnen ieder moment voorkomen.
-Zijn de gebeurtenissen herkenbaar?:
Bij mij zelf in de buurt niet. Maar wel herkenbaar is dat ze de kinderen opzoekt op een speeltuintje.
-Heb je zelf wel eens iets meegemaakt wat lijkt op de gebeurtenissen in het verhaal?:
Nee gelukkig niet. Als dat wel zou zijn dat ik bijvoorbeeld mijn broertje op deze manier kwijt zou raken zou ik er niet snel boven op komen.
-Staan er in het verhaal gebeurtenissen die je graag zou willen meemaken?:
Dat Gea en Louis wat aan het doen zijn is altijd leuk:p. Ik zou het liever niet meemaken.’
-Personages.
-Is de hoofdpersoon iemand die voor je gaat leven?:
Ja. Je gaat mee in haar emoties.
-Kun je je goed verplaatsen in de problemen en gedachtewereld van de verhaal persoon?:
Ja dat kun je wel degelijk. Je gaat gewoon mee in wat zei daar meemaken.
-Kom je genoeg van de personages te weten om hun gedrag te kunnen begrijpen?:
Ja. Bij mevrouw van Dijk kun je haar gedrag begrijpen. Hoe slecht het dan ook is. En bij de rest van de Hoofdpersonen ook.
-Moet je zelf veel invullen over het innerlijk van de personages?:
Nee helemaal niet. Ze maken je eigenlijk helemaal duidelijk wat er gaande is binnen de personages.
-Welke beslissingen die door de personages worden genomen, vind je vreemd of onbegrijpelijk?:
Dat mevrouw van Dijk de kleine kinderen ontvoerd. Ik kan er echt niet bij hoe je dat in je hoofd kan halen.
-Bouw.
-Vind je dat de gebeurtenissen logisch op elkaar volgen?
Ja. Alles loopt in chronologische volgorde en de gebeurtenissen spelen goed op elkaar in.
-Is het verhaal spannend gebouwd?:
In de meeste stukken wel. Er gebeurt altijd wel iets dat je aan het denken zet.
-Zijn er meer verhaallijnen en zijn die goed met elkaar verbonden?
Ja er zijn meer verhaallijnen en die zijn goed met elkaar verbonden.
-Heeft het verhaal je een slot dat goed past bij de beschreven gebeurtenissen?:
Ja het slot geeft je antwoord op alle vragen die je tijdens het lezen in je op zijn gekomen.
-Taalgebruik:
-Vind je het verhaal lastig of makkelijk te lezen en wat heeft het taalgebruik hier mee te maken:
Het verhaal is makkelijk om te lezen. Je bent er zo doorheen omdat er weinig lastige woorden worden gebruikt.
-Zijn de zinnen makkelijk te lezen?:
Ja de zinnen zijn zeer makkelijk te lezen.
-Zitten er veel gesprekken in het verhaal?:
Nee het blijft eigenlijk tussen een paar mensen.
6. Verwerkingsopdracht.
Bedenk vier andere titels voor het verhaal en bespreek uitvoerig waarom die titels ook goed zouden passen. Geef bij deze bespreking voorbeelden uit het verhaal:
Titel 1:De speurtocht: Anne, Gea en Louis hebben eigenlijk een soort speurtocht om de dader te vinden die de kinderen kidnapt. Ze mogen eigenlijk niet van de politie mee zoeken maar door de speurtocht van deze kinderen zijn ze wel achter de zaak gekomen.
Titel 2: De verdwenen kindjes: Er worden 2 kinderen gekidnapt in de stad waar
Anne , Gea en Louis wonen. Ik heb dit zo genoemd omdat de kinderen in een keer verdwenen waren.
Titel 3: De verborgen lijkjes: De lijkjes waren in de winkel van mevrouw van Dijk verborgen in de oude koelruimte. Ze had de kinderen eerst vermoord en toen verborgen. Vandaar de verborgen lijkjes.
Titel 4: De gestoorde vrouw: Mevrouw van Dijk was op een een of andere manier zo gestoord bezig. Wie bedenkt het nou om kinderen te kidnappen en op te slaan in de vrieskelder in je eigen kinderwinkel.
Maak jouw eigen website met JouwWeb